Responsive image

Belastbare inkomsten (artikel 3)

Download de app voor meer functionaliteit.

Belastbare inkomsten (artikel 3)

In dit artikel worden de inkomsten omschreven die voor de toepassing van de richtlijn als belastbare inkomsten kwalificeren.

De DDB is een belasting met een welomschreven toepassingsgebied, geheven over de inkomsten uit de levering van bepaalde digitale diensten, die worden gekenmerkt door waardecreatie door de gebruiker. De diensten die onder het toepassingsgebied van de DDB vallen, zijn diensten waarbij de participatie van een gebruiker in een digitale activiteit een wezenlijke input vormt voor het bedrijf dat die activiteit verricht, en waardoor dat bedrijf uit die activiteit ook inkomsten kan verwerven. Met andere woorden: deze richtlijn ziet op bedrijfsmodellen die in hun huidige vorm niet zouden kunnen bestaan zonder inbreng van de gebruiker. De rol die de gebruikers van deze digitale diensten spelen, is uniek en complexer dan de traditionele rol van een klant. Deze diensten kunnen op afstand worden verleend, zonder dat de dienstverlener fysiek gevestigd hoeft te zijn in het rechtsgebied waar de gebruikers zich bevinden en waarde wordt gecreëerd. Het is bijgevolg bij dergelijke bedrijfsmodellen dat de grootste kloof ontstaat tussen de plaats waar winsten worden belast en die waar waarde wordt gecreëerd. Wat evenwel aan belasting wordt onderworpen, zijn de inkomsten die worden verworven met het te gelde maken van de input van de gebruiker en niet de gebruikersparticipatie als zodanig.

Gebruikersparticipatie kan op verschillende manieren een bijdrage leveren aan de waarde van een bedrijf. Digitale bedrijven kunnen bijvoorbeeld data putten uit de activiteiten van gebruikers op digitale interface, die dan typisch wordt gebruikt voor doelgerichte advertenties aan die gebruikers, of die tegen betaling aan derden kan worden doorgegeven. Een andere vorm van bijdrage is de actieve en blijvende betrokkenheid van gebruikers op veelzijdige digitale interfaces die voortbouwen op netwerkeffecten waarbij, globaal genomen, de waarde van de dienst toeneemt met het aantal gebruikers van de interface. De waarde van dergelijke interfaces zit in de verbindingen tussen gebruikers en de onderlinge interactie, hetgeen in vele gevallen kan betekenen dat gebruikers informatie naar het netwerk uploaden en daar met elkaar delen. Zulke veelzijdige digitale interface kunnen ook de verrichting van onderliggende leveringen van goederen of diensten rechtstreeks tussen gebruikers faciliteren, wat nog een andere duidelijke vorm van gebruikersparticipatie is.

Uitgaande van de verschillende vormen van gebruikersparticipatie die hierboven zijn beschreven, zouden onder het toepassingsgebied van deze belasting de inkomsten moeten vallen (belastbare inkomsten) die worden verworven met de levering van een van de onderstaande diensten (belastbare diensten), zoals omschreven in artikel 3, lid 1:

–diensten bestaande in het plaatsen van advertenties op een digitale interface, gericht op de gebruikers van die interface, en de doorgifte van over gebruikers verzamelde data die zijn gegenereerd uit de activiteiten van die gebruikers op digitale interfaces;

–diensten bestaande in het ter beschikking stellen van veelzijdige digitale interfaces - ook wel "bemiddelingsdiensten" genoemd -, die gebruikers in staat stellen andere gebruikers te vinden en in interactie met hen te treden, en die ook de verrichting van onderliggende leveringen van goederen of diensten rechtstreeks tussen gebruikers kunnen faciliteren.

In artikel 3, lid 1, onder a), is een brede definitie opgenomen, die aansluit bij de onderzochte bedrijfsmodellen, van de levering van advertentiediensten bestaande in het plaatsen op een digitale interface van advertenties van een klant, die zijn gericht op gebruikers van die interface. Het plaatsen van dergelijke advertenties in een digitale context is namelijk de kenmerkende manier waarop het bedrijf dat het mogelijk maakt dat de advertentie op een digitale interface verschijnt, gebruikersverkeer en de gebruikersdata op basis waarvan de advertentie werd geplaatst, te gelde maakt. Bij de definitie van de dienst wordt geen rekening gehouden met het feit of de leverancier van de advertentiedienst al dan niet eigenaar is van de digitale interface waarop de advertentie verschijnt. In artikel 3, lid 3, wordt evenwel verduidelijkt dat wanneer de leverancier van de advertentiedienst en de eigenaar van de digitale interface verschillende entiteiten zijn, laatstgenoemde niet wordt geacht een belastbare dienst in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), te hebben geleverd. Zo moeten eventuele cascade-effecten of dubbele belasting van dezelfde inkomsten worden vermeden (een deel van de inkomsten die een entiteit verwerft door advertenties van een klant te plaatsen, zal worden betaald aan de eigenaar van de digitale interface waar de advertenties verschijnen in ruil voor de huur van digitale ruimte op die interface).

Voor de definitie van bemiddelingsdiensten in artikel 3, lid 1, onder b), wordt aansluiting gezocht bij veelzijdige digitale interfaces die gebruikers in staat stellen andere gebruikers te vinden en in interactie met hen te treden, waardoor precies de leveranciers van dergelijke diensten van netwerkeffecten kunnen profiteren. De mogelijkheid die deze interfaces hebben om gebruikers aan elkaar te koppelen, onderscheidt bemiddelingsdiensten van andere diensten die ook kunnen worden geacht de interactie tussen gebruikers te faciliteren maar waarbij gebruikers niet met elkaar in contact kunnen komen tenzij zij elkaar al langs andere weg hebben "ontmoet", zoals via instant messaging diensten. De waardecreatie bij dergelijke andere diensten, die in het algemeen als communicatie- of betaaldiensten kunnen worden omschreven, zit in de ontwikkeling en de verkoop van ondersteunende software die die interactie mogelijk maakt, en hangt minder samen met de betrokkenheid van de gebruikers. Communicatie- of betaaldiensten blijven daarom buiten het toepassingsgebied van de belasting, zoals in artikel 3, lid 4, onder a), is verduidelijkt.

In het geval van veelzijdige digitale interfaces die een onderliggende levering van goederen of diensten rechtstreeks tussen de gebruikers van de interface faciliteren, blijven de inkomsten die gebruikers met die transacties behalen, buiten het toepassingsgebied van de belasting. De inkomsten uit retailactiviteiten bestaande in de verkoop van goederen of diensten waarbij de overeenkomst online wordt aangegaan via de website van de leverancier van die goederen of diensten (daaronder begrepen eventueel ook wat doorgaans "e-commerce" wordt genoemd), vallen ook buiten het toepassingsgebied van de DDB omdat de waardecreatie voor de retailer in de geleverde goederen of diensten zit en de digitale interface alleen wordt gebruikt als een communicatiemiddel.

In artikel 3, lid 4, onder a), wordt ook verduidelijkt dat diensten aan gebruikers via een digitale interface bestaande in de levering van digitale content zoals video, audio of tekst, waarbij de dienstverlener eigenaar van de content is dan wel de desbetreffende distributierechten heeft verworven, niet aan te merken zijn als bemiddelingsdiensten en daarom moeten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de belasting, aangezien de mate waarin de participatie van de gebruiker een centrale rol speelt bij de creatie van waarde voor het bedrijf, in dergelijke gevallen minder duidelijk is. Dit aspect vereist nadere toelichting omdat sommige leveranciers van digitale content via een digitale interface een zekere mate van interactie kunnen toestaan tussen de ontvangers van die content, waardoor de idee zou kunnen ontstaan dat zij onder de definitie vallen van veelzijdige digitale interfaces die bemiddelingsdiensten verlenen. In die omstandigheden blijft de interactie tussen gebruikers evenwel ondergeschikt aan een levering van digitale content waarbij het enige of belangrijkste doel van een gebruiker erin bestaat de digitale content te ontvangen van de entiteit die de digitale interface ter beschikking stelt (de levering van een videospel door een entiteit aan een gebruiker via een digitale interface is een voorbeeld van een levering van digitale content door die entiteit die buiten het toepassingsgebied van de DDB valt, ongeacht of de gebruiker tegen andere gebruikers kan spelen en er dus enige vorm van interactie tussen hen mogelijk is).

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de levering van digitale content door een entiteit aan gebruikers via een digitale interface, hetgeen een dienst is die niet onder de DDB valt, en het ter beschikking stellen van een veelzijdige digitale interface waarlangs gebruikers digitale content kunnen uploaden en delen met andere gebruikers, of het ter beschikking stellen van een interface die een onderliggende levering van digitale content rechtstreeks tussen gebruikers faciliteert. Laatstgenoemde diensten vormen een bemiddelingsdienst door de entiteit die de veelzijdige digitale interface ter beschikking stelt, en vallen dus onder de DDB, ongeacht de aard van de onderliggende transactie. Daarom benadrukt artikel 3, lid 4, onder a), dat de levering van digitale content die buiten het toepassingsgebied van de DDB valt, moet worden verricht door de entiteit die de digitale interface ter beschikking stelt waarlangs de digitale content wordt geleverd, en niet door gebruikers van die interface aan andere gebruikers.

Voor de definitie van belastbare diensten bestaande in de doorgifte van over gebruikers verzamelde data in artikel 3, lid 1, onder c), is aangesloten bij data die zijn gegenereerd op basis van de activiteiten van die gebruikers op digitale interfaces. De diensten die onder het toepassingsgebied van de DDB vallen, zijn immers diensten die gebruikmaken van digitale interfaces als een middel om gebruikersinput te creëren, in tegenstelling tot diensten die gebruikmaken van interfaces als een middel om anderszins gegenereerde data door te geven. De DDB is dus geen belasting op het verzamelen van data, of het gebruik van door een bedrijf verzamelde data voor de interne doeleinden van het bedrijf zelf, of het gratis delen van door een bedrijf verzamelde data met derden. De DDB is gericht op de doorgifte, tegen betaling, van data die zijn verzameld over een zeer specifieke activiteit (de activiteiten van gebruikers op digitale interfaces).

In artikel 3, lid 4, onder b) en c), is bepaald dat diensten die in bijlage I, deel A, punten 1) tot en met 9), van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (21) gereglementeerd zijn en door handelsplatformen of beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling, zoals in die richtlijn gedefinieerd, of door gereglementeerde aanbieders van crowdfundingdiensten verleend worden, niet onder het toepassingsgebied van de DDB vallen. Diensten bestaande in de facilitering van leningverstrekking en verricht door gereglementeerde aanbieders van crowdfundingdiensten vallen ook niet onder het toepassingsgebied van de DDB. Met gereglementeerde aanbieders van crowdfundingdiensten wordt verwezen naar dienstverleners die onderworpen zijn aan Unieregels die eventueel in de toekomst worden vastgesteld krachtens artikel 114 VWEU met het oog op de regulering van crowdfundingdiensten.

Op veelzijdige digitale interfaces die gebruikers de mogelijkheid bieden om diensten op het gebied van transactieuitvoering, beleggingsdiensten of diensten in verband met onderzoek op beleggingsgebied, zoals die welke door de bovengenoemde entiteiten worden aangeboden, te ontvangen of ermee bekend te worden, is er vaak sprake van gebruikersinteractie. De gebruiker speelt evenwel geen centrale rol bij de creatie van waarde voor de entiteit die een digitale interface ter beschikking stelt. De waarde ligt daarentegen in de mate waarin een dergelijke entiteit erin slaagt om kopers en verkopers van financiële producten samen te brengen onder specifieke en onderscheidende omstandigheden die zich anderszins niet zouden voordoen (bijvoorbeeld in vergelijking met transacties die worden gesloten buiten dergelijke interfaces rechtstreeks tussen de tegenpartijen). Een dienst bestaande in het ter beschikking stellen van een digitale interface door een dergelijke entiteit gaat verder dan het louter faciliteren van transacties in financiële instrumenten tussen de gebruikers van een dergelijke interface. Met name de gereglementeerde diensten die van het toepassingsgebied van deze richtlijn zijn uitgesloten, strekken ertoe een veilige omgeving voor financiële transacties te creëren. De entiteit die deze diensten aanbiedt, bepaalt dus de specifieke omstandigheden waaronder dergelijke financiële transacties kunnen worden uitgevoerd teneinde essentiële elementen te garanderen, zoals de kwaliteit van de uitvoering van de transacties, het niveau van transparantie in de markt en de eerlijke behandeling van beleggers. Ten slotte hebben dergelijke diensten als wezenlijk en onderscheidend doel het faciliteren van financiering, beleggingen of sparen.

Wat crowdfundingplatformen betreft, vallen op deelneming in eigen vermogen en op kredietverlening gebaseerde crowdfunding buiten het toepassingsgebied van de belasting, omdat de aanbieders van deze diensten dezelfde rol vervullen als handelsplatformen en beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling en er dus niet uitsluitend sprake is van bemiddeling. Door crowdfundingplatformen verleende diensten die niet op deelneming in eigen vermogen en op kredietverlening zijn gebaseerd en die bemiddeling vormen, zoals op schenking en beloning gebaseerde crowdfunding, of door dergelijke platformen verleende diensten bestaande in de plaatsing van advertenties, vallen daarentegen wel onder het toepassingsgebied van deze richtlijn.

Aangezien de doorgifte van data door handelsplatformen, beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling en gereglementeerde aanbieders van crowdfundingdiensten beperkt is tot en deel uitmaakt van het verlenen van de hierboven beschreven gereglementeerde financiële diensten en als zodanig aan regels van de Uniewetgeving is gebonden, moet het verlenen van datatransmissiediensten door die entiteiten eveneens van het toepassingsgebied van de DDB worden uitgesloten, zoals in artikel 3, lid 5, is bepaald.

In artikel 3, lid 2, wordt verduidelijkt dat de DDB wordt geheven over de bruto-inkomsten van een bedrijf uit de levering van de diensten die onder het toepassingsgebied van de belasting vallen, exclusief belasting over de toegevoegde waarde en andere soortgelijke belastingen.

In artikel 3, lid 7, wordt verduidelijkt dat inkomsten die voortvloeien uit het onderling aan elkaar verlenen van belastbare diensten door entiteiten van een voor de financiële boekhouding geconsolideerde groep, niet als belastbare inkomsten worden aangemerkt.

In overeenstemming met artikel 3, lid 8, wordt, wanneer een entiteit van een voor de financiële boekhouding geconsolideerde groep een belastbare dienst verleent aan een derde partij maar de vergoeding voor die dienst wordt verworven door een andere entiteit binnen de groep, de vergoeding geacht te zijn verworven door de entiteit die de belastbare diensten verleent. Deze bepaling is een voorzorgsmaatregel die moet voorkomen dat een entiteit die belastbare diensten verleent en de inkomsten uit die diensten via een andere entiteit van dezelfde groep verwerft, haar DDB-plicht ontloopt.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.